Alvestędetocht         

    voor reacties: ynze@deyong.nl

De bedoeling is een aantal verhalen neer te zetten en andere wetenswaardigheden over de Friese Elfstedentocht.

Tekstvak: ´´It Giet Oan´´
   Aanvankelijk zag het er eind 1996 nog niet zo rooskleurig uit voor de Vereniging ‘De Friese Elf Steden", maar na een strenge vorstperiode rond de jaarwisseling barstte de elfstedenkoorts in Friesland los.
Een voorbereiding van een week natuurijs en dan klinken de inmiddels legendarische woorden van de toen nog voorzitter Henk Kroes "It Giet Oan", woorden die menig schaatsenrijder voor altijd in het geheugen gegrift staan. 
 Ook voor lidnummer 446 met startnummer 95, Ynze de Jong uit Amsterdam, brak een drukke periode aan, bellen naar zijn neef Max Jonkman in Leeuwarden voor een slaapplaats en regelen voor het materiaal dat mee moest. 
Plotseling meldde mijn zwager Eef dat hij en mijn zoon Erik mee zouden gaan voor de verzorging en dat zij op de dag van de rit 4 januari 1997 steeds op een vooraf afgesproken plaats zouden staan. De tijd van de start en de voorspelde windrichting Noordoosten wind, met voor de wind een aangepaste snelheid, de rit zou nog lang genoeg duren, zou het betekenen dat ik omstreeks 09.15 uur in Stavoren zou zijn.
Stavoren ligt 66 kilometer vanaf Leeuwarden en om 09.20 uur stempelde ik in Stavoren en zag ik Eef en Erik voor de eerste keer.
Het weer in ogenschouw nemend kon het wel eens een zware Elfstedentocht worden omdat de wind aan trok naar kracht 6/7 en nog ruim 130 kilometer met tegenwind geschaatst moest worden.
Later hoorde ik dat de verslaggeefster van de NOS Annette van Trigt de Elfstedentocht als makkelijk bestempelde maar dat kwam omdat zij ergens op het platteland in de luwte van een boerderij de rit versloeg, daar aan denkend krijg ik nog steeds de kriebels als ik haar beeld later op de televisie zag en moest denken aan haar woorden "makkelijk" en heb het er nog vaak over wanneer we het hebben over schaatsen en Elfstedentochten.
Als ik er aan denk kan ik nog woest worden omdat, toen mijn vader nog leefde, hij mij daar ook steeds aan herinnerde en de Elfstedentocht 1997 een makkie vond.
Iedereen vond deze tocht juist een van de zwaarste.
Na Eef en Erik gevonden te hebben, warme chocolade gedronken en wetenswaardigheden uitgewisseld te hebben besloot ik met achterlating van mijn rugzak door te gaan en daar ging het fout. Geleerd te hebben van de vorige Elfstedentochten had ik nu mijn trainingsschoenen en mobiel mee genomen voor het geval dat ik eerder van het ijs zou gaan of wanneer ik op de Bonke was aangekomen en eindelijk mijn schoenen kon aandoen of in geval van problemen onderweg kon bellen. Omdat op de route van de Elfstedentocht 1001 bruggen maar vooral bruggetjes liggen en menigeen daar haast zijn of haar nek brak besloot ik mijn rugzak in de auto te laten maar zoals eerder gemeld zaten in de rugzak mijn trainingsschoenen en mijn mobiel. 
Thuis gekomen vertelde Eef en Erik later dat zij constant gebeld hadden maar ja …………  een kofferbak van een auto geeft geen antwoord.
 Na 87 kilometer in Workum aangekomen zie ik Erik en Eef meteen staan en het gaat nog steeds redelijk goed maar het zwaarste deel moet nog komen wanneer we voorbij Franeker de Hel van het Noorden, de noordhoek van Friesland in gaan.
Het lijkt wel een Belgische wielerklassieker.
 Bolsward op de helft en moet onbewust terug denken aan de Elfstedentocht van 1963. Toen leek het wel of je in Siberië reed als je al reed want je wist bij god niet waar je was, op het ijs of liep je misschien op een landweggetje naar een boerderij toe.
 Na Franeker, waar het wereldberoemde fietstunneltje is, ging het moeilijker. Eten ging haast helemaal niet meer alleen drinken wilde nog wel en om me heen kijkend zie en hoor ik dat ik niet de enige ben die problemen heeft. Gevloek over de wind en de afstand die nog afgelegd moet worden is haast het enige wat je hoort, nog ruim 70 kilometer tegen de wind in, een wind die lijkt aan te trekken naar orkaankracht.
Arme Annette van Trigt die lekker uit de wind achter een boerderij staat. MUTS!
 Tussen Franeker en Bartlehiem slaat de man met de hamer toe, kramp en nog eens kramp. Aan de rand van een sloot staat een keet alwaar rook uit opsteeg dus daar na toe maar de wallenkant die 10 centimeter hoger lag dan het ijs kon ik niet opkomen. Op mijn geroep kwam een man uit de keet en hielp me naar binnen met de vraag wat het probleem was, KRAMP!
"100 meter verder is een massage post" zei de man en die kunnen je wel verder helpen maar wanneer je in de problemen zit is lijkt 100 meter onoverbrugbaar, na veel gestrompel en gekreun toch naar die post gekomen maar daar leek het wel de Kalverstraat in Amsterdam in betere tijden, een drukte van je welst met allerlei mensen die gemasseerd wilde worden. Het leek wel of alle toerrijders hier lagen, ongelooflijk. Alles met elkaar heeft het wel een uur geduurd voor ik weer op het ijs stond.
De warmte, wat eten en drinken hielpen me op de been en de rust van anderhalf uur had me goed gedaan maar nu moest ik weer naar het ijs, geen probleem zei een man en nam me op de rug. Dank, duizend maal dank. 
 Bij Bartlehiem kreeg ik opnieuw problemen maar nu met mijn ogen, het zicht was minder geworden en met de tocht van 1963 in het achterhoofd dacht ik aan bevriezing maar ik was mijn lenzen kwijt, in mijn skibril vond ik nog 1 lens maar het zicht werd er niet beter op.
Toch maar doorgaan en reed achter een man met een geel jack wat goed opviel tot de man vroeg over te nemen waarop ik zei dat ik mijn lenzen kwijt was, "blijf dan maar achter mij aanrijden". Bij Dokkum met de wind in de rug terug naar Leeuwarden wat weer extra krachten opriep omdat het eind in zicht was. Intussen was het donker geworden en reed ik achter een stel aan met een lamp maar dat was geen goed idee bleek later want toen zij het riet inreden dacht ik ook die kant op te moeten en reed rustig mee. Drie man in het riet, ook dat kon er nog wel bij maar toen zij al opgestaan waren lag ik nog steeds in het riet. Na het roepen en ophelpen werd door gereden maar bij Oudkerk kregen we opnieuw de wind pal tegen, "nog maar 5 kilometer en dan heb je weer wind mee" werd geroepen. De aanmoedigingen en het meeleven van het publiek is enorm maar "je bent er bijna" kan ik niet meer horen, dat werd al geroepen toen ik net Sneek gepasseerd was.
De Bonke, de finish en het laatste stempel om 20.15 uur, het finishen is op zich al een beleving met zoveel mensen en toejuichingen dat je er kippenvel van krijgt wat de beelden op de televisie wel duidelijk hebben gemaakt.
Het wachten was nu op de bus naar de FEC en of ik Eef en Erik kon vinden want je begrijpt het al "geen rugzak, geen gsm, geen trainingsschoenen". Na een half uur wachten heb ik mijn wanten om mijn voeten gedaan en ben in de bus gestapt naar de FEC.
Eerst gezocht naar een paar passende schoenen uit een enorme berg maar uiteindelijk een paar trainingsschoenen maat 52 meegenomen, deze paste in ieder geval. Na het afmelden eindelijk naar huis naar Max en Jannie.
 ´´It Giet Oan´´
Zal nog lang in ieders geheugen blijven.
 
 
 
 
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Volgende pagina